Leverfibrose is een ernstige ziekte waarbij buitensporig veel extracellulaire matrix eiwitten worden geproduceerd, vaak ontstaan door chronische schade en uiteindelijk leidt dit tot een verdere verslechtering van de functie van de lever. Op dit moment zijn er nog geen anti-fibrotische geneesmiddelen voor verkrijgbaar, waardoor patiënten met het eindstadium van leverfibrose, cirrose, alleen behandeld kunnen worden met een levertransplantatie. In het onderzoek beschreven in dit proefschrift wordt gebruik gemaakt van “precies gesneden leverslices”, een ex vivo model waarin alle celtypes van de lever aanwezig zijn. Het doel was om leverslices van mensen en ratten levers te onderzoeken als model voor leverfibrose en voor het testen van anti-fibrotische geneesmiddelen. De leverslices bleken een goed model om het mechanisme van het beginstadium en het eindstadium van fibrose te onderzoeken en de effectiviteit van geneesmiddelen te testen. Het blijkt dat tijdens de beginfase van leverfibrose andere mechanismes een rol spelen dan tijdens het eindstadium van fibrose in deze leverslices. Ook werd er een verschil gevonden in het mechanisme en de werking van anti-fibrotische geneesmiddelen in rattenleverslices en mensenleverslices, wat het geringe klinische succes van geneesmiddelen die wel effectief waren bij proefdieren kan verklaren. Als dit model opgenomen wordt in onderzoek naar fibrose en in studies van nieuw te ontwikkelen anti-fibrotische middelen zal dat kunnen leiden tot een aanzienlijke reductie in het gebruik van dierexperimenten bij het testen van anti-fibrotische middelen en hopelijk ook tot effectieve geneesmiddelen en een meer betrouwbare voorspelling van de effecten van die geneesmiddelen bij de mens.